Rekgrensgestuurde methode
- Maximale boutkracht: De bout bereikt bij het aanhalen op basis van trek en torsie haar individuele rekgrens. Door het wegvallen van de torsiebelasting na het beeindigen van het aanhaalproces wordt een boutkracht van ca. 90% van de Rp0,2 rekgrens bereikt. De wrijvingscoefficient is een invloedsfactor: hoe lager de wrijving, hoe hoger de resterende voorspankracht.
- Wrijvingsonafhankelijk: Onafhankelijk van de wrijving wordt iedere bout tot aan haar eigen unieke rekgrens belast. Bouten en moeren van verschillende makelij en batches kunnen zonder probleem door elkaar worden gebruikt.
- Géén speciale bouten benodigd: lage directe kosten.
- Hergebruik bouten: Omdat het systeem vóór de Rp0,2 rekgrens stopt kunnen bouten en moeren worden hergebruikt.
- Geringe zettingsverliezen: alle verbindingscomponenten liggen onder hoge voorspanning in de hoofdkrachtlijn. Daarom heeft deze aanhaalmethode geringe zettingsverliezen.
- Vermoeiing: hoger voorgespannen bouten hebben een hogere vermoeiingscoefficient. Doordat de voorspanning omhoog gaat ook de vermoeiingsweerstand omhoog.
- Grafische weergave van relevante parameters en procesverloop.
- Methode voldoet aan VDI2862-2 risicoklasse A. Deze richtlijn verplicht dat het aanhaalproces werkt met twee onafhankelijke parameters.
Rekgrensgestuurd aanhalen is een zeer beproefde methode welke al enkele decennia wordt toegepast in de automotive-industrie. Bij deze methode worden bouten tijdens het aanhalen vastgezet tot op de rekgrens/elasticiteitsgrens van een unieke verbinding. Daarbij wordt de rekgrens als controle parameter gebruikt voor het bepalen van de boutkracht. Het doel hierbij is om het sterktepotentieel van elke unieke bout maximaal uit te nutten, daar deze per bout verschillend is. Een materiaal sterkteklasse zegt iets over de minimale treksterkte van het materiaal, echter hanteren fabrikanten een veiligheidsmarge en beschikt de bout over een latente reserves.
Onafhankelijk van de wrijvingscoëfficiënt onder boutkop of op de schroefdraad wordt de bout vastgezet tot op de rekgrens. Gedurende de montage wordt de quotiënt berekent door het koppel en de gemaakte hoek op elkaar te delen. Op het punt dat de quotiënt significant verandert, is de elastische grens van de verbinding bereikt en zal het systeem het montageproces stoppen. Net als bij de moment-hoekmethode moet de verbinding eerst worden vastgezet op een start- of voegmoment, alvorens de draaihoek kan worden gemeten. Vaak kan de afslagwaarde van de gradiënt worden ingesteld. Omdat de bout slechts zeer marginaal plastisch vervormd wordt (<0,2Rp), kunnen zelfs bouten met een korte ingespannen lengte worden vastgezet met de rekgrens gestuurde methode. Boutverbindingen kunnen niet breken bij rekgrens gestuurd aanhalen. Zie opmerking VDI-2230 – Nov. 2015 Tabel A8. Ook kunnen bouten worden hergebruikt.
Vaak wordt de vraag gesteld of er dan voldoende reserve is voor dynamische belasting tijdens operatie van de installatie of applicatie. Het antwoord is ja. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van het feit dat bij het vastdraaien van boutverbindingen niet alleen een axiale spanning, maar ook een torsiespanning ontstaat als gevolg van de schroefdraadwrijving. De referentie van de rekgrens wordt bepaald door de resultante van beide belastingen. Onmiddellijk na het wegnemen van het koppel veert de torsiecomponent met ongeveer 50% terug. Als gevolg neemt de boutkracht af, en verkrijgt de verbinding opnieuw een elastische reserve welke voldoende is voor eventuele dynamische belastingen tijdens bedrijf. De overige torsiespanning vloeit grotendeels weg over tijd en onder invloed van trillingen. Dit is meestal een proces van dagen of weken.
Deze methode is met name geschikt voor staal-op-staal-verbindingen met korte tot normale ingeklemde lengte, zoals bijvoorbeeld in de constructiebouw.
De Eco2Touch besturing stuurt, controleert, documenteert alle procesparameters zoals: datum en tijd, operator, eindmoment, hoek en eventueel ingestelde controle bandbreedtes. De hardware is veelomvattend echter is de uitvoering (lees: bediening) simpel omdat het proces volledig automatisch verloopt. De operator hoeft enkel het pompsysteem te starten. Het systeem zal zichzelf uitschakelen wanneer de verbinding binnen de ingestelde parameters is voltooid en dit bevestigen middels een akoestisch en visueel signaal. De methode is daarom ook geschikt op bouwplaatsen en kan zonder rekenwerk en voorbereiding voor ‘eenmalige’ toepassingen worden ingezet.
VDI2230 aanhaalfactor: niet van toepassing